Met goede moed ga ik het gesprek in met een medewerkster van personeelszaken, maar mijn enthousiasme is slechts van korte duur. 'Het spijt me dat ik je moet teleurstellen, maar hier staat dat je de pensioenpremie niet kan onderbreken.' Ze wijst me op de clausule van het pensioenfonds en legt uit dat ik gedurende het verlof maandelijks zowel het werknemers als het werkgevers deel van de premie moet betalen. Gedesillusioneerd loop ik de gang op, waar ik mijn onderwijsmanager tref. 'Bedankt hoor, mooi niet dat ik onder die premies uitkom, je hebt me lekker geïnformeerd.'. Hij kijkt me bedenkelijk aan en treft me vervolgens met een opmerking die me die nacht wakker houdt: 'Wat maak je je druk man, je kwam hier tien jaar geleden een beetje als vrijbuiter binnen wandelen en presenteerde jezelf als onafhankelijk en nu laat je je keuzes afhangen van een pensioenpremie en vast contract?'.
De volgende middag geef ik les op de hogeschool. Ik ben gespannen, maar probeer me te concentreren op de inhoud en de individuele vragen van studenten zo goed mogelijk te beantwoorden. Na de les heb ik namelijk wederom een afspraak met m'n leidinggevende. Met klamme handen vertel ik haar dat ik geen onbetaald verlof kan opnemen en dat ik worstel met de regels die me tegenhouden: de pensioenpremie, de rechten en plichten binnen de verzorgingsstaat, de belastingregels, de gemeentelijke bepalingen en de verplichtingen van alle financiële instellingen waaraan ik verbonden ben. Gedurende de jaren is er steeds een nieuwe verbinding bij gekomen. Inmiddels lijk ik wel versmolten tot een buitenaards wezen dat niet zou misstaan in het oeuvre van HR Giger. Het is een monster dat me bij de keel grijpt als ik erbij stil sta en me in de nek hijgt als ik het negeer. Mijn hoofd is inmiddels rood aangelopen. Als ik werkelijk een jaar ertussenuit wil, dan zal ik me aan zijn wurggreep moeten ontworstelen. En dan slaak ik met een diepe zucht: 'Ik zie geen andere oplossing dan dat ik ontslag neem.'. Ze kijkt me begrijpend aan en knikt, terwijl het zweet me op de rug staat. 'Ik denk dat dat de juiste beslissing is.'. Mijn hoofd tolt. Ik geloof dat ik even bij moet komen.'
コメント